Geschiedenis

EAZA (European Association of Zoo's and Aquaria) is ontstaan uit het European Community Assosciation of Zoo's and Aquaria (ECAZA). Deze 'community' werd door 18 dierentuinen, verspreid over acht landen, in 1988 opgericht. Hun voornaamste doel was om de Europese wetgeving te beïnvloeden. Tijdens hun jaarlijkse bijeenkomst in 1992 werden de doelen aangescherpt en de naam gewijzigd in EAZA.

European Association of Zoo's and Aquaria

EAZA is een samenwerkingsverband tussen meer dan 300 dierentuinen in Europa en delen van Azië. Hiervoor moeten de dierentuinen een hoge/professionele kwaliteit van dierenverzorging leveren, een bijdrage leveren aan wetenschappelijk onderzoek, het aanbieden van educatie en het helpen bij het behoud van de biodiversiteit. Bovendien stimuleert het EAZA de dierentuinen om bepaalde diersoorten vrij te laten in het wild, zodat de populatie ook daar kan groeien.

EEP's

Een belangrijk onderdeel van EAZA is het EAZA Ex Situ Programme (EEP). Ruim 400 diersoorten hebben momenteel hun eigen fokprogramma, opgezet of geleid door een specifieke dierentuin. Zo heeft Artis de leiding over het fokprogramma van de  Zwartvoetpinguïns en Wildlands over de Zilvergibbons. Het doel van dit fokprogramma is een gezonde populatie in gevangenschap te creëren. 

De meeste dieren worden onderling tussen de 300 dierentuinen uitgewisseld. Echter, kan er behoefte zijn aan een nieuwe bloedlijn, waardoor wordt gekozen voor een alternatief. EAZA heeft een voorkeur om dieren, die in gevangenschap zijn geboren, aan te kopen. Deze dieren worden gecheckt op onder andere hun fok verleden, gezondheid en genetische status. 

Wanneer er toch dieren uit het wild worden gehaald, benadrukt EAZA dat deze dieren deel moéten nemen aan wetenschappelijke onderzoeken om hun soortgenoten in het wild beter te begrijpen en ondersteunen.

TAGs en Regional collection plan (RCP)

Om als diersoort in aanmerking voor zo'n fokprogramma te komen heeft het EAZA het 5-stappen plan gemaakt, gebaseerd op de richtlijnen van het IUNC. TAG's beslissen vervolgens welke diersoorten wel of juist niet in aanmerking komen. Deze informatie wordt gebundeld in de RCP's. Hieruit kunnen dierentuinen informatie halen, zoals huisvesting en verdere kennis. 

Indeling van diersoorten

De diersoorten worden gerangschikt in: EEP, MON-T, MON-T Phase out, MON'T Replace with en MON-T Do not obtain.

  • EEP: Akkoord voor het fokprogramma, vaak dieren die in het wild worden bedreigd. 
  • MON-T: Geen speciale aanbeveling.
  • MON-T Phase out: Aantal dieren gelieve te verkleinen in plaats te vergroten.
  • MON-T Replace with: Gelieve te wisselen met een bedreigde diersoort.
  • MON-T Do not obtain: Diersoort is niet in de collectie en dat moet zo blijven.

ESB

Een ander onderdeel van EAZA is het European Studbook. Een stamboekhouder is verantwoordelijk voor alle gegevens van dat diersoort in alle betreffende EAZA-dierentuinen. Dit zijn gegevens als geboortes, sterfgevallen en verhuizingen. Hier worden vervolgens analyses van gemaakt en kunnen op deze manier bekijken hoe zowel de dierentuin als het diersoort ervoor staat.